Goed slapen is lang niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Als je niet goed slaapt kan dat verschillende oorzaken hebben. Volgens onderzoek slapen Nederlanders wel lang genoeg maar lang niet altijd goed. Belangrijke slaapproblemen zijn: 1. moeilijk inslapen, 2. doorslapen en 3. te vroeg wakker worden.
Vrouwen hebben meer problemen met slapen dan mannen. Slecht slapen is bij vrouwen in de overgang één van de meest voorkomende kwalen.
Om de kans op een goede nacht slaap zo groot mogelijk te maken, zijn deze voorwaarden belangrijk.
10 Belangrijke voorwaarden om goed te slapen
1. Zorg dat de slaapkamer een aangename ruimte is
Je slaapkamer hoeft geen plaatje in een woonblad te zijn, maar het moet liefst wel een ruimte zijn waar je het fijn vindt om te zijn. Een beetje opgeruimd, fris en sfeervol. Aangeraden wordt de slaapkamer vooral om te slapen te gebruiken. Dus niet om te werken, tv te kijken, te computeren, enz.
2. Een comfortabel bed
In die aangename slaapkamer moet natuurlijk een comfortabel bed staan. Het belangrijkste onderdeel van het bed is het matras. Deze moet lekker liggen, niet te hard en niet te zacht zijn en het lichaam voldoende ondersteunen. Op de site van Matrasaanhuis.nl staan allerlei informatieve tips, feiten en fabels over wat nu precies een goede matras is.
3. Licht en donker
Licht zorgt ervoor dat je wakker wordt en wakker blijft. Als het donker wordt, maakt je lichaam melatonine aan. Melatonine is een hormoon waardoor je slaperig wordt. Het is aan te raden om iedere dag minstens 10 minuten buiten door te brengen. Het licht buiten is vele malen feller dan binnenshuis. Door voldoende daglicht werkt je biologische klok beter en slaap je beter.
Het blauwe licht van je computer en mobiele telefoon heeft een negatieve invloed op de aanmaak van melatonine. Als je tot vlak voor je gaat slapen blijft computeren of Netflixen zal je daardoor moeilijker inslapen.
4. Eten en drinken
Teveel koffie, cola en chocolade houd je wakker door de cafeïne die het bevat. Alcohol helpt vaak wel om makkelijker in slaap te vallen, maar zorgt wel dat je onrustiger slaapt. Het vermindert de REM-slaap of droomslaap.
Met een volle maag val je moeilijk in slaap. Maar een lege maag helpt je hierbij ook niet. Eet dus voor het slapen een kleine snack. Wat yoghurt met fruit bijvoorbeeld of een volkoren cracker met kaas.
5. Geen dutjes overdag
Als je ’s nachts slecht slaapt, probeer dan geen dutjes te doen overdag. Wil je toch een dutje doen, maak ze dan niet langer dan 20 tot 30 minuten.
6. Wees actief
Voldoende lichamelijke activiteit overdag, zorgt voor een betere nachtrust. Een wandeling of fietstochtje, tuinieren of zwemmen zijn voorbeelden van matig inspannende activiteit,
7. Ontspannen naar bed
De ene persoon heeft wat langer de tijd nodig om ’s avonds rustig te worden dan de ander. Maar sluit de dag rustig af. Kijk geen spannende films, voer geen drukke gesprekken, maak geen ruzie voor je gaat slapen. Lees nog wat of luister naar wat rustige muziek zodat je ontspannen bent tegen de tijd dat je naar bed gaat.
8. Stress management
Stress, piekeren en depressieve gevoelens kunnen een negatieve invloed hebben op de nachtrust. Blijf niet met problemen rondlopen. Praat erover of vraag hulp.
9. Zet de klok uit het zicht
Een klok naast je bed helpt je meestal niet om goed te slapen. Als je moeilijk in slaap komt en je ziet telkens dat het alweer een uur later is, dan maakt dat je onrustig. En als je ’s nachts wakker wordt, is het ook niet echt nodig om te weten hoe laat het is. Probeer gewoon weer verder te slapen. Als de wekker gaat, is het vroeg genoeg om wakker te worden.
10. Vaste tijden
Regelmaat zorgt voor een betere nachtrust. Ga op vaste tijden slapen en sta op een vaste tijd op.