Ouderdomsslechthorendheid
Bijna iedereen die ouder wordt krijgt ermee te maken: slechter horen. Net als je ogen gaan ook je oren langzaam achteruit. Dat is nu eenmaal iets dat hoort bij het ouder worden. Het heeft ook een naam: Presbyacusis of ouderdomsslechthorendheid.
Hoge tonen
Het achteruitgaan van je gehoor gaat heel geleidelijk. Vanaf je 30ste wordt je gehoor heel langzaam minder. Pas rond je 60ste kan dat problemen opleveren. Het eerste dat je waarschijnlijk merkt, is dat je hoge tonen minder goed hoort zoals de bel of de telefoon en dat je in gezelschap het gesprek moeilijker kan volgen.
Oorzaken van ouderdomsslechthorendheid
In het oor, het binnenoor of slakkenhuis genoemd, bevinden zich zenuwcellen. Die zenuwcellen vertalen de trillingen van het geluid naar zenuwprikkels die naar de hersenen worden gestuurd. Die zenuwcellen lijken minder goed te gaan werken als je ouder wordt.
Verder kan de gehoorzenuw in de loop van het leven beschadigd zijn. Dat kan komen door:
- blootstelling aan lawaai
- stress
- overgewicht
- roken
- medicijnen en/of chemische stoffen
Door de verharding en vernauwing van de bloedvaten (arteriosclerose) is het binnenoor minder doorbloedt waardoor het gehoor minder werkt. Kwalen als diabetes, hoge bloeddruk of hartaandoeningen kunnen hieraan ook bijdragen. Verder is er ook een erfelijke factor die kan meespelen.
Wat kan je doen?
Je kan het verouderingsproces natuurlijk niet tegenhouden. Een gezonde lifestyle, stoppen met roken, stress en harde geluiden vermijden kan het proces wel vertragen.
Laat je oren onderzoeken, misschien heeft het zin om je oren uit te laten spuiten.
Hoorversterkers
Goed horen is belangrijk om sociaal actief te blijven. Gelukkig kan je veel van dit gehoorverlies opvangen door hoorversterkers in het oor. Als je een bril of een kapsel hebt waarbij het haar over je oren valt, zijn deze apparaatjes zo goed als onzichtbaar.
Is een hoorversterker of gehoorapparaat niet voldoende, dan kan zou je een gehoorimplantaat kunnen krijgen. Hiervoor is een kleine operatie nodig.
Andere hulpmiddelen
Mocht het nodig zijn, dan zijn er ook nog andere hulpmiddelen. Lampen die knipperen als de bel of de telefoon gaat bijvoorbeeld. Telefoons met geluidversterkers, enz.