Zo pas je de verlichting aan in je huis

Heb je vaker het idee dat de verlichting niet fel genoeg is? Of wil je het licht aandoen, terwijl het al aan is?

Als je ouder wordt, wordt je zicht minder. Het aantal staafjes of lichtgevoelige cellen in je ogen neemt af. Je ooglens wordt ook minder soepel. Dat alles betekent dat je ogen meer licht nodig hebben om scherp te kunnen zien.

Om die veranderingen van je ogen op te vangen, is het een goed idee om de verlichting op plaatsen in je huis, waar je dat nodig hebt, aan te passen. Hieronder vind je daar wat tips voor.


Tips om de verlichting aan te passen

Meer licht, feller licht

Voor sommige klussen heeft iemand van 60 jaar gemiddeld 10 keer sterker licht nodig dan iemand van 20. Het is daarom een goed idee om op plaatsen waar je leest, de administratie doet of andere nauwkeurige klusjes uitvoert waarbij je goed moet kunnen zien, te zorgen voor voldoende licht. Voeg extra lichtpunten, spots of staande lampen toe op plaatsen waar dat nodig is.

Vervang lampen of peertjes door lampen met meer lumen (lumen is de lichtsterkte per watt).

Aanpasbare lichtsterkte en warmte

Zorg dat je de lichtsterkte kan doseren. Een led dimmer kopen helpt daarbij. Zo kan je het licht feller maken op momenten dat je dat nodig hebt en hoef je niet constant in een felverlichte ruimte te zitten.


Tegenwoordig kan je niet alleen de sterkte van het licht doseren. Je kan het licht ook warmer en koeler maken. Koel licht of blauw licht lijkt meer op daglicht en is geschikt voor overdag. Warm licht wat meer geler is, is meer een sfeerlicht en geschikt voor de avond. Als je ouder wordt, helpt vooral meer blauw licht om scherper te zien.

verlichting aanpassen

Vermijd veel contrast

Oudere ogen kunnen zich minder snel aanpassen aan veranderingen van lichtsterkte. Het aanpassen van je ogen van ruimten met fel naar zwak licht of omgekeerd, heeft meer tijd nodig. Dat kan belangrijk zijn als je je door het huis heen verplaatst of trappen op of af gaat. Je merkt het ook als je met je auto een tunnel inrijdt.

Op plaatsen als de hal, de overloop en langs de trap kan je daarom het beste gebruik maken van ‘ambient light’. Ambient light is afkomstig van indirect licht waarbij je de lichtbron zelf niet ziet.